zondag 11 september 2011

Vrouwenemancipatie rond de 20e eeuw-wisseling

Het Algemeen Handelsblad schrijft op 05-09-1868 over de "zoogenaamde question brulante", een brandende kwestie, en doelt daarmee op de emancipatie van vrouwen. De krant blikt kort terug op Plato, Aristoteles en Spinoza. De (ongehuwde) Plato die pleit voor verregaande emancipatie, deelname aan de krijgsmacht incluis en de (gehuwde) Aristoteles die een tegenovergestelde mening is toegedaan.
Door het melden van de huwelijkse staat van beide heren doet vermoeden dat de schrijver van het stuk meent dat Aristoteles het wel beter zou moeten weten als ervaringsdeskundige dan Plato. Waarom anders wordt de huwelijkse staat van de ongehuwde Spinoza niet genoemd als hij wordt aangehaald als zijnde geen voorstander van Plato's emancipatie?

De krant vervolgt verder door ene Hartenstein aan te halen die meende dat vrouwen
"bij eene volledige emancipatie het meest [zouden] lijden, daar zij dan zich zelven zouden moeten beschermen en de slagtoffers harer eigene zwakheid zouden worden."
Het is onduidelijk wie met Hartenstein bedoeld wordt, maar het zou kunnen dat het om de Duitse filosoof Gustav Hartenstein gaat. Helaas ben ik niet bekend met zijn werk.

Het artikel besluit verder met een tentoongestelde angst dat als vrouwen gaan regeren, de mannen niets meer te zeggen hebben. Het geeft je te denken wat een miserabel huwelijksleven de schrijver (indien gehuwd en indien man) van dit stuk gehad moet hebben. Zeker als je de volgende memorabele woorden in het schrijfsel ontdekt:
"Regeren moeten vrouwen niet, want zij doen het toch reeds indirect." 
Deze zin liet, waarschijnlijk onbedoeld, een glimlach op mijn gezicht verschijnen.

Van een heel ander kaliber is een opmerkelijk artikel over Berbervrouwen in Marokko. Dit artikel verscheen op 2 december 1906 in regionale dagblad 'Het nieuws van den dag'.
Er wordt gesteld dat binnen de Berbergemeenschap de zoon een maatschappelijke positie heeft
"naar gelang den rang zijner moeder. De zoon van eene slavin is en blijft eene slaaf en de zoon van eener edelvrouw is en blijft een edelman, wie en wat ook zijn vader moge zijn."
De koningin van de Tuareg: Tin Hinan
Het artikel gaat verder:
"De oudste zoon is er ook niet de erfgenaam, maar wel de oudste dochter of zuster. Bij de Berbers worden de vrouwen in alle gewichtige aangelegenheden geraadpleegd en de vrouwen der Toearegs, in Zuid-Marokko, nemen in alle opzichten eene zoo voorname plaats in als in geen ander ter wereld. Daar heeft de vrouw in alles volkomen dezelfde rechten als de man."
De Toearegs zijn een Berbervolk van nomadische veetelers in de Sahara en Sahel (zo laat wikipedia mij weten).

De journalist schrijft ook dat je onder de Toearegs maar zelden een man of een vrouw vindt, die niet kan lezen en schrijven. Dat zou zo zijn geweest in 1906. Vandaag de dag is 32% van de gehele Marokkaanse bevolking ouder dan 10 jaar analfabeet.

Het krantenartikel vergelijkt als laatste de Toearegvrouwen als echte Amazonen.
"Zij vergezellen hare mannen op de jacht, rijden te paard en op kameelen en nemen ook ter dege deel aan de gevechten en rooftochten van den stam."
Plato zou trots op ze zijn geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten